Nieuwjaarstoespraak Rik op 19 januari 2017
Beste mensen
Men zegt in Nederland en in de Nederlandse media vaak dat er geen democratie is op Cuba.
We moeten allereerst beseffen dat er op Cuba geen grote bezitters van fabrieken en bedrijven zijn. De bevolking is eigenaar van de fabrieken en bedrijven. Dat komt door de revolutie die daar in de zestiger jaren, is geweest. Men heeft dus in principe – materieel gezien - allemaal dezelfde belangen. Zelfs de directie.
Er vloeit geen geld naar een bezittende klasse zoals hier in Nederland. De bevolking van Cuba heeft alles in eigen hand.
In elke wijk en elke fabriek zijn fabrieksraden en wijkraden. Die bepalen waar de gelden – en dus ook alle winsten en meerwaarde - naar toevloeien.
Daartoe dienen de tienduizenden arbeidersraden, de wijkvergaderingen en de structuren van de massabewegingen. Voorstellen die op groot verzet stuiten worden afgevoerd. Er wordt bijvoorbeeld geen belasting geheven op salaris.
Cubanen kiezen hun politieke vertegenwoordigers in directe en geheime verkiezingen. Verkozenen van de gemeenteraden dienen zich tweemaal per jaar te verantwoorden voor hun kiezers in de door wijkcomitees georganiseerde verantwoordings-vergaderingen die hun afzetting tot gevolg kunnen hebben. Bij de laatste gelegenheid nam 85% van de kiezers hieraan deel.
Dit noemen wij volksdemocratie.
Bovendien worden ongeveer de helft van de afgevaardigden op provinciaal en nationaal vlak ingevuld door gemeentelijke afgevaardigden teneinde de invloed van de lokale democratie op de nationale besluitvorming te verzekeren.
Opmerkelijk is dat de communistische partij op geen enkel niveau kandidaten voordraagt.
Het ultieme bewijs dat de communistische partij het vertrouwen heeft van de bevolking, is dat men op Cuba een volksdefensie heeft. Drie miljoen mensen hebben een militaire training en er zijn wapenarsenalen in fabrieken, landbouwbedrijven, universiteiten en stadswijken. Want als je de bevolking bewapent dan moet je zeker zijn van de consensus van de bevolking. Welke andere regering in Latijns Amerika zou het aandurven haar studenten en arbeiders te trainen en van wapens te voorzien?
Mark Jan Smit zegt in zijn tekst …..
Het gewone volk wordt in Nederland een schijndemocratie gepresenteerd waarbij wij mogen stemmen op partijen die binnen de gestelde kaders opereren, maar die geen werkelijke macht kunnen uitoefenen omdat zij met handen en voeten gebonden zijn aan de belangen van – wat wij dan noemen - het grootkapitaal.
Het grootkapitaal presenteert ons een schijndemocratie maar probeert uit alle macht te voorkomen dat wij werkelijk wat te zeggen krijgen.
Verderop in zijn tekst zegt hij:
Cuba kent een getrapt kiesstelsel waarbij de bevolking alleen de fabrieksraden en de wijkcomité’s kiest. Mensen die zij kennen. Protserige verkiezingscampagnes zijn daarom ook niet nodig. Cubanen kiezen niet direct het parlement. Dat heeft ook geen zin. Zij kennen de kandidaten niet. Zij laten dat over aan provinciale raden die deze kandidaten wel kennen.
Een hokje inkleuren in het stembureau is maar een miniem onderdeel van de Cubaanse democratie. Deze bestaat vooral uit het actief deelnemen aan de maatschappelijke debatten.
Ook zegt Mark Jan Smit:
En daarbij hebben we nog één wezenlijk aspect van de Cubaanse democratie niet genoemd, en dat is de democratie op de werkvloer, een soort democratie die in de westerse wereld volledig afwezig is.
Het westerse grootkapitaal is er in geslaagd om een dictatuur in te stellen in het gedeelte van de kapitalistische maatschappij die voor de bevolking van het allerhoogste belang is: namelijk als je in je levensonderhoud moet voorzien door te werken.
Wij weten natuurlijk dat het grootkapitaal dat doet omdat dit het belangrijkste aspect van haar wezen is: het vergaren van meerwaarde door uitbuiting van de arbeiders.
En wij laten ons gewillig uitbuiten. Wij hebben nul-komma-nul democratische rechten om dit tegen te gaan. Als de bazen het heel bond maken, kunnen wij staken (tenminste als wij voldoende georganiseerd zijn in de vakbond) en wij mogen binnen zeer beperkte kaders iets vinden van de bedrijfsontwikkelingen via de ondernemingsraden.
Hoe anders is dat op Cuba! De staatsbedrijven en instellingen zijn democratische organisaties. Los van het feit dat de werkende klasse niet uitgebuit wordt omdat het Cubaanse volk de bedrijven bezit, hebben de Cubaanse werknemers ook directe invloed op de beleidskeuzes van de bedrijven waarvoor zij werken. Zo wordt de directie dikwijls democratisch gekozen en moet zich ieder jaar verantwoorden aan een arbeidersraad. Voldoen zij niet, kunnen zij afgezet worden. De Cubaanse werknemer hoeft zich geen zorgen te maken over of hij de volgende reorganisatie wel zal overleven. Hij staat zelf aan de wieg van een mogelijke reorganisatie en zal daarbij - i.p.v. het belang van de aandeelhouder in de Westerse wereld bij ons - het belang van zijn collega’s en kwaliteit van het product dat zij leveren, voorop stellen.
Tot slot: Doordat de bevolking van Cuba eigenaar is van de fabrieken en bedrijven is het ook in hun belang dat die goed lopen en niet alleen goede salarissen uitbetalen in zijn/haar eigen bedrijf, maar ook in andere bedrijven. Immers uit alle bedrijven en instellingen tezamen worden de gezondheidszorg, het onderwijs, de media, het vervoer, de voorzieningen, et cetera, betaald. De bedragen die dat per man per vrouw oplevert per jaar, heeft alleen het equivalent van een westers arbeiders loon. Al die jaren dat iemand leeft. Dus onbezorgd.
Kom daar hier in het westen maar eens om.
Ik dank jullie voor jullie aandacht.
Het complete verhaal van Mark Jan heb ik in tienvoud meegebracht. Het ligt op tafel.
Enschede, 19 jan 2017